De Rol van Wetenschap in de Internationale Geopolitieke Veiligheidssector

Gepubliceerd op 25 november 2024 om 08:00

Op 18 oktober 2024 had ik de gelegenheid om met Professor Magrassi te spreken over de rol van wetenschap in de internationale veiligheidssector, met name in de context van geopolitieke veiligheid.

 

Professor Carlo Magrassi

Professor en generaal-majoor Carlo Magrassi is momenteel plaatsvervangend Chief Executive Strategy bij het European Defence Agency in Brussel en was eerder directeur 'Armaments' (2004- 2007). Sinds zijn start in de Italiaanse luchtmacht in 1974 werkte hij als test -en gevechtspiloot, waarbij hij betrokken was bij de ontwikkeling en productie van onder meer de Eurofighter en Tornado. In zijn rol als adjudant van de Italiaanse Defensiesecretaris-generaal deed hij uitgebreide internationale ervaring op. Later leidde hij de planning voor toekomstige capaciteiten van de Italiaanse luchtmacht en coördineerde hij bijdragen aan de NAVO-planning. Ook was hij commandant van het 'Italian Flight Test Centre' en gaf leiding aan de 'Air Force International Cooperation Branch' van de luchtmacht. Als plaatsvervangend hoofd van de 'Defence Armaments Policy Department' hield hij toezicht op nationale en internationale bewapeningsprojecten. Magrassi heeft diploma’s in Luchtvaartwetenschappen en Diplomatieke en Internationale Wetenschappen en behaalde een Master in Nationale Veiligheidsstrategie aan het National War College in Washington.

 

Wetenschap en Veiligheid: Twee Tegenpolen?

Professor Magressi begon het gesprek met een opvallende stelling: “Wetenschap en veiligheid lijken op het eerste gezicht tegenpolen.” Terwijl wetenschap vaak een gestructureerde en methodologische aanpak veronderstelt, is internationale veiligheid juist een veld dat voortdurend verandert en vaak afhankelijk is van onvoorspelbare factoren. In veel gevallen, legde hij uit, zijn de beslissingen in veiligheidsvraagstukken emotioneel en subjectief, in tegenstelling tot de objectieve benadering die wetenschap vereist. “Je kunt wetenschap betrekken op bepaalde facetten van veiligheid, zoals cyberbeveiliging en technologische innovaties,” zei de professor. Deze aspecten lenen zich beter voor een wetenschappelijke analyse vanwege hun meetbare en repliceerbare aard. Denk bijvoorbeeld aan het testen van de kwetsbaarheid van netwerken of het ontwikkelen van technologie om aanvallen af te slaan. “Maar aan de andere kant,” vervolgde hij, “blijven de uiteindelijke beslissingen over acties in de veiligheidssector, zoals het lanceren van een raket, toch bij de mens liggen. Dat betekent dat er altijd menselijke factoren zoals emoties, ethiek, en zelfs psychologie in het spel zijn."

Psychologische en Sociale Componenten

Hierop werd het gesprek dieper. Professor Magressi benadrukte dat er belangrijke psychologische en sociale componenten zijn die kunnen worden onderzocht op wetenschappelijke wijze. “Een interessant gebied binnen de wetenschap,” stelde hij, “is de studie van menselijk gedrag en besluitvorming, vooral in stressvolle situaties zoals oorlogen of crisissen. Dit kan wetenschappelijk onderzocht worden met als doel om bijvoorbeeld conflicten te voorspellen of om beter te begrijpen hoe leiders besluiten nemen.” Hij gebruikte een voorbeeld om dit punt te illustreren: “Wat onderscheidt ons van een hond? Het vermogen om na te denken over de toekomst, om scenario’s te overwegen en beslissingen te maken op basis van empirische data. Maar ook hier is de vraag: hoe wetenschappelijk is dat proces? Vaak speelt intuïtie of geluk een minstens even grote rol.” De professor wees erop dat hoewel wetenschappelijke modellen en analyses kunnen helpen, er geen zekerheid bestaat in de veiligheidswereld. “Een oorlog verandert per dag, per seconde. Strategieën die vandaag werken, kunnen morgen ineffectief zijn.”

 

De Rol van Strategie en Empirisch Onderzoek

Volgens Magrassi zijn de beslissingen die worden genomen in oorlogssituaties vaak strategisch van aard, maar slechts zelden volledig wetenschappelijk onderbouwd.

“Als we wetenschappelijk willen spreken over veiligheid, moeten we kijken naar empirisch onderzoek,” vervolgde hij. “Maar dan komt de vraag op: is dat dan wel echte wetenschap?” Hij gaf aan dat wetenschap pas echt betekenisvol is wanneer het structureel en herhaalbaar is, iets wat vaak ontbreekt in de veiligheidssector waar veel zaken ad hoc en onder hoge druk gebeuren. Hij legde uit dat de deductieve benadering van wetenschap—het formuleren van hypotheses en deze testen op basis van waarnemingen—moeilijk te vertalen is naar de chaotische aard van internationale conflicten. “Zonder structuur, kun je eigenlijk niet van wetenschap spreken,” aldus de professor. 

De Grenzen van Wetenschap in Veiligheid

Ten slotte concludeerde en vatte Magrassi uit zichzelf het gesprek samen: “Wetenschap speelt zeker een rol, maar die rol is vaak klein en indirect. In plaats van nieuwe inzichten te genereren, wordt er vooral gebruikgemaakt van analyses van het verleden. Uiteindelijk draait het om de mensen die de beslissingen nemen en de omstandigheden waarin die beslissingen worden genomen.” Hij verwees daarbij naar voorbeelden van organisaties zoals de Taliban, Oekraïne, en Iran. “Wetenschappelijk gezien staan ze zwak,” zei hij, “maar ze zijn moeilijk te verslaan. Dit komt doordat hun kracht niet wetenschappelijk is, maar strategisch en gebaseerd op andere factoren zoals cultuur, geschiedenis, en ideologie.”

Hij beaamde mijn laatste conclusie: Wetenschap kan helpen om risico's beter te begrijpen, maar het is niet voldoende om conflicten te voorkomen of op te lossen.

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.